Neuropsychologische gevolgen van cerebellaire tumorresectie bij kinderen: cerebellair cognitief affectief syndroom bij een pediatrische populatie

Verworven cerebellaire laesies bij volwassenen blijken stoornissen in het hoger functioneren te veroorzaken, zoals geïllustreerd door het cerebellair cognitief affectief syndroom. Het is nog niet bekend of soortgelijke bevindingen zich voordoen bij kinderen met verworven cerebellaire letsels, en of ontwikkelingsfactoren hun presentatie beïnvloeden. In studies tot op heden hebben overlevenden van cerebellaire tumoren bij kinderen, die op lange termijn cognitieve stoornissen vertonen, zowel chirurgie als craniale bestraling of behandeling met methotrexaat ondergaan. Onderzoek naar de effecten van de cerebellaire laesie onafhankelijk van de bekende schadelijke effecten van deze middelen is belangrijk voor het begrijpen van de rol van het cerebellum in cognitieve en affectieve ontwikkeling en voor het informeren van behandeling en revalidatie strategieën. Als de cerebellaire bijdrage aan cognitie en affect significant is, dan kan schade in de kindertijd invloed hebben op een breed scala van psychologische processen, zowel als een onmiddellijk gevolg en als deze processen zich later niet normaal ontwikkelen. In deze studie evalueerden wij neuropsychologische gegevens bij 19 kinderen die resectie ondergingen van cerebellaire tumoren maar die noch craniële bestraling noch methotrexaat chemotherapie kregen. Er werden stoornissen vastgesteld in de executieve functies, inclusief planning en volgorde, en in visueel-ruimtelijke functies, expressieve taal, verbaal geheugen en modulatie van affect. Deze tekorten kwamen vaak voor en konden in sommige gevallen worden losgekoppeld van motorische tekorten. Lesies van de vermis in het bijzonder werden geassocieerd met disregulatie van affect. Gedragsstoornissen waren duidelijker bij oudere dan bij jongere kinderen. Deze resultaten tonen aan dat klinisch relevante neuropsychologische veranderingen kunnen optreden na cerebellaire tumor resectie bij kinderen. Leeftijd ten tijde van de operatie en de plaats van de cerebellaire laesie beïnvloeden de neuro-gedragsmatige uitkomst. De resultaten van de huidige studie tonen aan dat het cerebellaire cognitieve affectieve syndroom zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomt, en zij leveren verder klinisch bewijs dat het cerebellum een essentieel knooppunt is in het gedistribueerde neurale circuit dat hogere-orde gedragingen onderhoudt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.