Publieke executie van 38 Dakota-indianen in Mankato. Illustratie door W. H. Childs, 12/26/1862. Bron: Pioneer Press, Minnesota Historical Society
Little Crow, een opperhoofd van de Mdewakanton Sioux Vannerson, Julian leidde zijn volk in de Grote Sioux Opstand in Minnesota 1862.
Op 26 december 1862 werden 38 Dakota Indianen door de Amerikaanse regering geëxecuteerd tijdens de U.S. Dakota War of 1862 (ook bekend als de Sioux Uprising, Dakota Uprising).
Jon Wiener geeft enige achtergrond in ‘Largest Mass Execution in US History: 150 Years Ago Today’ in The Nation,
Minnesota was een nieuwe grensstaat in 1862, waar blanke kolonisten de Dakota Indianen verdreven – ook wel de Sioux genoemd. Een reeks van gebroken vredesverdragen culmineerde in het falen van de Verenigde Staten die zomer in het leveren van beloofd voedsel en voorraden aan de Indianen, een gedeeltelijke betaling voor het afstaan van hun land aan de blanken.
De Indianen reageerden in de Santee Sioux opstand, waarbij 490 blanke kolonisten werden gedood. De Dakota’s werden geëxecuteerd voor hun rol in de oorlog uit zelfverdediging. Zoals Wiener opmerkt, stond Lincolns behandeling van de verslagen Indiaanse rebellen tegen de Verenigde Staten in schril contrast met zijn behandeling van de Confederale rebellen. Hij heeft nooit de executie bevolen van enige Confederale ambtenaren of generaals na de Burgeroorlog, ook al doodden zij meer dan 400.000 Unie soldaten.
Om meer te weten te komen, bevelen wij de U.S. Dakota War website aan en een editie van This American Life, Little War on the Prairie, door het Center for Documentary Studies aan de Duke University.
Toen John Biewen opgroeide in Mankato, Minnesota, sprak niemand ooit over de belangrijkste historische gebeurtenis die daar ooit plaatsvond: in 1862 vond hier de grootste massa-executie in de geschiedenis van de V.S. plaats. Achtendertig Dakota-indianen werden opgehangen na een oorlog met blanke kolonisten. John ging terug naar Minnesota om uit te zoeken wat er 150 jaar geleden echt gebeurde, en waarom Minnesotanen er daarna niet veel meer over spraken.