Absorptiespectroscopie

De absorptie van licht door atomen is een krachtig analytisch instrument voor zowel kwantitatieve als kwalitatieve analyse. Atomaire absorptiespectroscopie (AAS) is gebaseerd op het principe dat vrije atomen in de grondtoestand licht van een bepaalde golflengte kunnen absorberen. De absorptie voor elk element is specifiek, geen enkel ander element absorbeert deze golflengte.

AAS is een één-element-methode die wordt gebruikt voor de analyse van spoormetalen van bijvoorbeeld biologische, metallurgische, farmaceutische en atmosferische monsters. Spectroscopische bepaling van atoomsoorten kan alleen worden uitgevoerd op een vergast monster waarin de afzonderlijke atomen zoals Ag, Al, Au, Fe en Mg goed van elkaar gescheiden zijn.

Absorptiespectometrie – Instrumentatie

De meest gebruikelijke bron voor atoomabsorptiemetingen is de holle kathodelamp. Zij bestaat uit een wolfraamanode en een cilindrische kathode die in een glazen buis zitten die inert gas bevat, zoals argon. De kathode is gemaakt van het te analyseren element.

Detectiegrens
Gasaanbeveling
Regulatoraanbeveling
Gasgeneratoraanbeveling
Kalibratiegas mengsels
≤ 1 µg/m3 HiQ gasvormige kwik-kalibratiestandaards REDLINE C200 series n/a
Detectorgas (Flame AAS)
≤ 100 ppb HiQ Acetylene 2.6 AAS HiQ Acetylene 2.6 AAS
.6 AAS BASELINE C106 series n/a
≤ 100 ppb HiQ Air 4.0 BASELINE C106 series HiQ Zero Air
≤ 100 ppb HiQ Nitrous oxide 2.5 AAS BASELINE C106 series n/a
Detector gas (Grafietoven AAS)
≤ 10 ppb HiQ Argon 4.8 BASELINE C106 series n/a

Absorptiespectometrie – Monster

Warmte is nodig om het monster te vergassen. De warmte wordt opgewekt door een vlam of een grafietoven. Met vlam-AAS kunnen alleen oplossingen worden geanalyseerd, terwijl met grafietoven-AAS oplossingen, slurries en vaste monsters kunnen worden geanalyseerd. Een vlamvernevelaar bestaat uit een vernevelaar die het monster omzet in een aërosol dat in de brander wordt gevoerd. De verstuiving vindt plaats in de vlam die gewoonlijk wordt gevoed door de brandstofgassen acetyleen en distikstofoxide.

Een elektrothermische verstuiver geeft een hoge gevoeligheid omdat hij het monster snel verstuift. Verstuiving vindt plaats in een cilindrische grafietoven die aan beide uiteinden open is en een centraal gat heeft voor het inbrengen van de monsters. Er worden twee inerte gasstromen gebruikt. De externe stroom voorkomt dat lucht de oven binnenkomt en de interne stroom zorgt ervoor dat dampen die ontstaan uit de monstermatrix snel uit de oven worden verwijderd. Het meest gebruikte gas is argon.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.