2917.11 Wanordelijk gedrag.
(A) Niemand mag roekeloos ongemak, ergernis of alarm veroorzaken bij een ander door een van de volgende dingen te doen:
(1) Zich inlaten met vechten, met het dreigen met schade aan personen of eigendom, of met gewelddadig of oproerig gedrag;
(2) Onredelijk lawaai maken of een beledigende grove uitlating, gebaar of vertoning of het communiceren van ongerechtvaardigde en grof beledigende taal aan een persoon;
(3) Een ander beledigen, beschimpen of uitdagen, onder omstandigheden waarin dat gedrag waarschijnlijk een gewelddadige reactie zal uitlokken;
(4) Het belemmeren of verhinderen van het verkeer van personen op een openbare straat, weg, autoweg of recht van overpad, of naar, uit, in, of op openbaar of particulier eigendom, zodat de rechten van anderen worden aangetast, en door iedere handeling die geen wettig en redelijk doel van de overtreder dient;
(5) Het scheppen van een toestand die lichamelijk aanstootgevend is voor personen of die een risico inhoudt van lichamelijke schade aan personen of eigendom, door iedere handeling die geen rechtmatig en redelijk doel van de overtreder dient.
(B) Niemand mag, terwijl hij vrijwillig bedwelmd is, een van de volgende dingen doen:
(1) Op een openbare plaats of in aanwezigheid van twee of meer personen, zich inlaten met gedrag dat beledigend kan zijn of hinder, ergernis of alarm kan veroorzaken bij personen met een normale gevoeligheid, van welk gedrag de overtreder, indien hij niet bedwelmd was, zou moeten weten dat het dat effect op anderen kan hebben;
(2) Zich inlaten met gedrag of een toestand creëren die een risico inhoudt van lichamelijk letsel voor de overtreder of een ander, of voor de eigendommen van een ander.
(C) Overtreding van een wet of verordening waarvan een element een motorvoertuig, locomotief, waterscooter, vliegtuig of ander voertuig bestuurt terwijl hij onder invloed is van alcohol of een drug van misbruik, is geen overtreding van afdeling (B) van deze sectie.
(D) Indien een persoon aan een gewone waarnemer bedwelmd lijkt, is het waarschijnlijke oorzaak om aan te nemen dat die persoon vrijwillig bedwelmd is voor de toepassing van afdeling (B) van deze sectie.
(E)
(1) Wie deze sectie overtreedt, maakt zich schuldig aan wanordelijk gedrag.
(2) Behalve zoals anders bepaald in divisies (E)(3) en (4) van deze sectie, is wanordelijk gedrag een klein misdrijf.
(3) Ordeverstoring is een misdrijf van de vierde graad indien een van de volgende gevallen van toepassing is:
(a) De overtreder volhardt in ordeverstoring na redelijke waarschuwing of verzoek om op te houden.
(b) De overtreding is begaan in de nabijheid van een school of in een veiligheidszone van een school.
(c) Het strafbare feit wordt gepleegd in aanwezigheid van een wetshandhaver, brandweerman, redder, medisch persoon, persoon van de spoedeisende medische hulp, of een andere bevoegde persoon die bezig is met de taken van de persoon op de plaats van een brand, ongeval, ramp, oproer, of noodsituatie van welke aard dan ook.
(d) Het strafbare feit is gepleegd in de aanwezigheid van een persoon van een noodvoorziening die bezig is met de taken van de persoon in een noodvoorziening.
(4) Als een overtreder eerder is veroordeeld voor of schuldig pleit aan drie of meer overtredingen van afdeling (B) van deze sectie, is een overtreding van afdeling (B) van deze sectie een misdrijf van de vierde graad.
(F) Zoals gebruikt in deze sectie:
(1) “Emergency medical services person” is het enkelvoud van “emergency medical services personnel” zoals gedefinieerd in sectie 2133.21 van de Revised Code.
(2) “Emergency facility person” is het enkelvoud van “emergency facility personnel” zoals gedefinieerd in sectie 2909.04 van de Revised Code.
(3) “Noodvoorziening” heeft dezelfde betekenis als in sectie 2909.04 van de Revised Code.
(4) “Opgenomen in de nabijheid van een school” heeft dezelfde betekenis als in sectie 2925.01 van de Revised Code.
Gewijzigd bij 132e Algemene Vergadering dossier nr. TBD, HB 96, §1, eff. 3/22/2019.
Effectieve datum: 01-25-2002.