Case Presentation
Een 44-jarige vrouw met een medische voorgeschiedenis van anti-fosfolipide antilichaam syndroom, gecompliceerd door recidiverende longembolie met daaropvolgend chronisch hypoxisch respiratoir falen (3 L/min zuurstof basislijn) presenteerde zich op de ED met 2 tot 3 weken van kortademigheid en pleuritische pijn op de borst die uitstraalde naar het midden van haar rug. Deze symptomen gingen gepaard met een toename van haar zuurstofbehoefte van 3 L/min tot 6 L/min. Zij meldde ook misselijkheid, braken, licht gevoel in het hoofd en duizeligheid gedurende dezelfde periode. De patiënte had twee eerdere longembolieën gehad in hetzelfde jaar, wat aanleiding was tot een hypercoagulabel onderzoek, waaruit uiteindelijk de diagnose antifosfolipide antilichaam syndroom naar voren kwam. De tweede longembolie deed zich voor terwijl de patiënt coumadine gebruikte, hoewel het bereiken van een therapeutische internationale genormaliseerde ratio een uitdaging was. Op aanraden van de afdeling Hematologie werd overgegaan op systemische antistolling met laag-moleculair-gewicht heparine (LMWH) in een dosis van 1,5 mg/kg tweemaal daags, wat ook haar schema was op het moment van opname. De patiënte bevestigde dat ze zich volledig hield aan haar antistollingstherapie, en ze ontkende recent te hebben gereisd of lange periodes van sedentair verblijf te hebben doorgebracht. Ze was op de hoogte van haar leeftijdsgeschikte screening op kanker, zonder enig bewijs van actieve maligniteit.