Philip Kosloski – gepubliceerd op 01/23/19
St. Johannes de aalmoezenier zou het volgende verhaal vertellen om mensen aan te moedigen in hun vrijgevigheid.
Wanneer we aalmoezen geven aan de armen, kunnen we het volledige effect van onze goede daad niet “zien”. Onze actie komt niet alleen ten goede aan degene die de gift ontvangt (hopelijk), maar heeft ook een effect op onze eigen ziel, groter dan we ons ooit kunnen voorstellen.
St. Johannes de Aalmoezenier, een heilige bisschop van Alexandrië in de 7e eeuw, probeerde zijn volk aan te moedigen om gul te zijn voor de armen door het volgende verhaal te vertellen.
Er was een zekere Petrus, een belastingontvanger, zeer rijk en machtig, maar volslagen meedogenloos tegenover de armen. Toen zij bij hem aan de deur kwamen, joeg hij hen boos weg, en men vond niet één van hen die ooit een aalmoes van hem had gehad.
Toen zei een van deze mannen: “Wat zal je mij geven als ik vandaag iets van hem krijg?” Zij maakten een weddenschap, en hij ging naar het huis van Petrus en bedelde om een aalmoes.
Peter kwam op dat ogenblik thuis en zag de arme man voor zijn deur staan. Juist op dat ogenblik droeg zijn slaaf enige tarwebroden in huis, en Petrus, geen steen vindende om te werpen, greep een brood en wierp het boos naar den bedelaar. De man ving het op en haastte zich naar zijn metgezellen terug, terwijl hij hun de aalmoes toonde die hij uit de hand van de tollenaar had ontvangen.
Twee dagen later lag de rijke man doodziek en zag zichzelf in een visioen voor de Rechter staan. Aan de ene kant van de weegschaal stonden zwarte mannen die zijn slechte daden ophoopten, terwijl aan de andere kant wit geklede mensen stonden die bedroefd keken omdat ze niets konden vinden om op hun kant te zetten. Toen zei een van hen: “Waarlijk, wij hebben niets dan een tarwebrood, dat hij twee dagen geleden met tegenzin aan Christus heeft gegeven. Hij legde het brood op de weegschaal, en het scheen alle slechte daden aan de andere kant uit te balanceren. De witgeklede engelen zeiden tegen hem: “Voeg iets toe aan dit brood, of de demonen zullen je hebben!”
Deze droom had een diepgaande uitwerking op Petrus de tollenaar, die wakker werd uit zijn droom en vastbesloten was om vrijgeviger te zijn voor de armen. Hij begon met het geven van zijn mantel aan een man die niets had. Later werd hem geopenbaard dat die man Jezus zelf was. Petrus zou een deugdzaam leven gaan leiden en maakte zich één met de armen van zijn gemeenschap.
St. Johannes begreep dat onze vrijgevigheid voor de armen een diepgaand geestelijk effect in ons leven kan hebben. Het is een daad die helpt onze ziel te zuiveren en ons dichter bij God brengt. Onze vrijgevigheid tijdens het leven zal een directe invloed hebben op onze eeuwige bestemming.
Zoals Jezus tot zijn discipelen zei: “Komt, o gezegenden van mijn Vader, beërft het Koninkrijk dat voor u bereid is vanaf de grondlegging der wereld; want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij welkom geheten, Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij zijt tot Mij gekomen” (Matteüs 25:34-36).
Lees meer: Hoe je aan aalmoezen geven doet als je niet veel geld hebt Lees meer: Hoe het geven van aalmoezen je eigenlijk rijker maakt