The New Yorker, 25 december 1995 P. 90
BiOGRAFIE van schrijver Salman Rushdie. De schrijver documenteert Rushdie’s leven tot aan zijn onderduik. De schrijver mengt bibliografische informatie in het artikel met biografische analyse van zijn fictie. Rushdie werd geboren als Ahmed Salman Rushdie op 19 juni 1947, als zoon van Anis Ahmed Rushdie, in Bombay, India. Salman’s relatie met zijn vader was gespannen. Zijn zus, Sameen, vertelt de schrijver veel verhalen over Salman’s jeugd. Salman werd naar Engeland gestuurd om aan de Rugby school te studeren. Hij maakte de reis met zijn vader en ze hadden een ruzie in Londen, die hij later beschreef in zijn roman “The Satanic Verses.” In Rugby was Rushdie het slachtoffer van racistische beschimpingen; hij blonk uit in debatteren en won een beurs voor King’s College, Cambridge. Hij ontmoette Clarissa Luard, zijn toekomstige vrouw, in 1970, en publiceerde “Grimus”, zijn eerste roman, met de hulp van redactrice Liz Calder, in 1973. In 1976 trouwden Rushdie en Luard. Rushdie’s volgende boek was “Madame Rama”, waarvan het hoofdpersonage lijkt op Indira Ghandi. Zijn zoon Zafar werd geboren in 1979. “Midnight’s Children’, Rushdie’s doorbraakroman, werd gepubliceerd door Knopf in 1980 en won de Booker Prize in 1981. In de roman werden vele Indiase en Pakistaanse publieke figuren aan de kaak gesteld. Rushdie werd geprezen en bejubeld na de publicatie; hij was nu beroemd. Zijn volgende boek “Shame”, gepubliceerd in 1983, werd verboden in Pakistan. Zijn huwelijk begon op de klippen te lopen kort voor zijn affaire met schrijfster Robyn Davidson begon, in 1984. Zij scheidden in 1985, en Rushdie had een relatie van twee jaar met Davidson, voordat hij schrijfster Marianne Wiggins ontmoette en een relatie met haar kreeg, die eindigde kort nadat Rushdie was ondergedoken. Rushdie schreef “The Jaguar Smile”, dat niet veel aandacht kreeg, in 1987. De publicatie van “The Satanic Verses”, in 1988, veroorzaakte een breuk tussen Rushdie en zijn oude redacteur Liz Calder, nadat hij met haar gebroken had om te tekenen bij de New Yorkse literair agent Andrew Wylie. Dat boek leidde tot verontwaardigde reacties van Moslims, die beweerden dat de inhoud godslasterlijk was. De Ayatollah Khomeini vaardigde een fatwa uit, waarin zijn dood werd geëist, en Rushdie werd gedwongen onder te duiken. Het verhaal van Rushdie’s eerste leven, zijn leven vóór de fatwa, eindigt daar.
Bekijk artikel