Byline: Dinesh. Sahu, M. Bhaskaran
Achtergrond: De meest gebruikte methode voor het meten van de bloeddruk is palpatoir, maar met deze methode kan alleen de systolische druk worden gemeten. In deze studie beschrijven wij de palpatoire methode om ook de diastolische bloeddruk te meten. Patiënten & Methoden: Wij hebben 200 patiënten onderzocht en zowel de systolische als de diastolische bloeddruk vergeleken met twee methoden, auscutatoir en palpatoir. Systolische en diastolische bloeddruk werden gemeten door een van de auteurs met de nieuwe palpatorische methode en genoteerd. Vervolgens werd door een onafhankelijke waarnemer, die geblindeerd was voor de waarden van de palpatoire methode, de bloeddruk gemeten met auscultatoire methode en genoteerd. De waarden werden vergeleken in termen van bereik en percentage. Resultaten: De verschillen werden geanalyseerd en daaruit bleek dat bij 102 (51%) patiënten de systolische en diastolische bloeddruk, gemeten met de palpatoire methode, binnen 2 mmHg van de auscutatoire methode lag, bij 37 (19%) patiënten binnen 4 mmHg, bij 52 (25%) patiënten dezelfde waarden als met de auscutatoire methode, en bij 9 (0,5%) patiënten kon de bloeddruk niet worden gemeten. Conclusie: De palpatoire methode zou zeer nuttig zijn waar frequente bloeddrukmetingen manueel gebeuren zoals op afdelingen, in drukke OPD, bij patiënten op een loopband en ook wanneer stethoscoop niet beschikbaar is. De bloeddruk kan ook in een lawaaierige omgeving worden gemeten.
De arteriële bloeddruk is één van de “vitale functies” en een belangrijk teken van de gezondheidstoestand van een persoon; daarom is de meting ervan een onderdeel van elk volledig lichamelijk onderzoek. Elke afwijking van de normale bloeddruk, laag of hoog, is een aanwijzing voor een slechte gezondheid. Systolische druk en diastolische druk zijn even belangrijk voor een normale bloedcirculatie in het lichaam.
De gouden standaard voor het meten van de arteriële bloeddruk is directe intra-arteriële meting met een katheter (invasieve methode). Maar de indirecte meetmethoden worden vaker gebruikt, zoals de palpatoire en auscultatoire methode, waarbij een sfygmomanometer en een stethoscoop worden gebruikt voor de drukmeting. De directe en indirecte methoden leveren vergelijkbare metingen op, maar deze zijn zelden identiek, omdat de directe methode de druk meet, terwijl de indirecte methoden meer indicatief zijn voor de doorstroming. Hoewel de indirecte methode over het algemeen minder nauwkeurig en minder reproduceerbaar is, is zij voldoende nauwkeurig voor veel diagnostisch en therapeutisch onderzoek en zal zij gebruikt blijven worden omdat zij eenvoudig, goedkoop en niet-invasief is. Er zijn momenteel talrijke methoden in gebruik voor het meten van de arteriële bloeddruk –
* Palpatoire methode – Blaas de manchet snel op tot 70 mmHg, en verhoog met stappen van 10 mm Hg terwijl u de radiale pols palpeert. Het drukniveau waarbij de polsslag verdwijnt en vervolgens weer verschijnt tijdens het leeglaten, is de systolische bloeddruk. * Auscultatoire methode – De…