U kunt patches verwijderen (d.w.z. terugdraaien) die zijn uitgerold naar beheerde apparaten. U wilt bijvoorbeeld een patch verwijderen die een onverwacht conflict met een bestaande configuratie heeft veroorzaakt. Door de patch te verwijderen, kunt u het apparaat in de oorspronkelijke staat herstellen.
Een patch verwijderen of terugdraaien
1.Klik op Tools > Security and Compliance > Patch and Compliance.
2.Bekijk de eigenschappen voor de definitie die is gekoppeld aan de patch die u wilt verwijderen door met de rechtermuisknop op de definitie te klikken en op Properties.
3.Klik in de lijst Detectieregels op het tabblad Algemeen met de rechtermuisknop op een of meer regels en klik vervolgens op Verwijderen. Als de optie Verwijderen grijs wordt weergegeven, is deze optie niet beschikbaar voor deze patch en moet u een andere manier vinden om de patch te verwijderen.
4.Klik op OK.
5.De taakinstellingen voor de nieuwe taak voor het verwijderen worden geopend. Configureer de taak voor het ongedaan maken van de installatie en plan de uitvoering ervan.
Als de installatie van een patch is mislukt, moet u eerst de informatie over de installatiestatus wissen voordat u de patch opnieuw probeert te installeren. U kunt de installatiestatus (reparatie) voor het geselecteerde apparaat wissen door te klikken op Wissen in het dialoogvenster Beveiliging en patchinformatie. U kunt de installatiestatus van de patch ook wissen door kwetsbaarheid.