Waarom hebben slangen ogen? The (non-)effect of blindness in island tiger snakes (Notechis scutatus)

Grote (tot >1 m), overdag actieve tijgerslangen (Notechis scutatus) komen veel voor op Carnac Island, voor de kust van West-Australië. Onze gedrags- en vangststudies leveren de eerste ecologische gegevens over deze populatie, en onthullen een verrassend fenomeen. Bij veel volwassen tijgerslangen werden de ogen vernietigd door zilvermeeuwen (Larus novaehollandiae), kennelijk tijdens de verdediging van het nest. Het verlies van het gezichtsvermogen leidde niet tot een vermindering van de lichaamsconditie (massa ten opzichte van lengte), de groeisnelheid of de overlevingskansen van de slangen (gemeten over een periode van 12 maanden). Blinde mannetjes slangen volgden vrouwtjes en paarden succesvol. De vernietiging van een belangrijke sensorische modaliteit had dus geen merkbaar effect op deze roofdieren. Dit resultaat is sterk contra-intuïtief, maar weerspiegelt een eerder verslag van aangeboren blindheid (zonder nadelige gevolgen) bij Amerikaanse adderslangen. Gelijkenissen tussen de twee systemen (eilandpopulaties, zeer giftige slangen, afhankelijkheid van sessiele prooien) verduidelijken de omstandigheden waaronder het verlies van het gezichtsvermogen de levensvatbaarheid van een organisme niet vermindert. Deze natuurlijke experimenten ondersteunen Gans’ hypothese van “tijdelijk buitensporige bouw” in die zin dat de slangen een complex orgaansysteem bezitten dat zij eigenlijk niet nodig hebben voor een succesvolle voeding, overleving of voortplanting.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.